Historie van de kerk

De Hippolytuskerk van Middelstum

Weinig kerken op het Groninger platteland zijn zo homogeen in stijl als de gotische kerk van Middelstum. Onno Ewesma (zijn nazaten veranderden hun naam in Van Ewsum) zou in de 15e eeuw, na een veilige terugkeer uit het Heilige Land in 1445, opdracht hebben gegeven tot de bouw van een nieuwe parochiekerk, gewijd aan Hippolytus. De nieuwe kerk werd gebouwd op de fundamenten van een tufstenen kerkje met één schip. In 1487 werd de kerk van een toren voorzien en in 1523 vergrootte Onno’s zoon Wigbold de kerk tot een kruiskerk. De sacristie is waarschijnlijk in de 16e eeuw toegevoegd.

De traveeën van de kerk zijn uitwendig van elkaar gescheiden door tweemaal versneden steunberen. De ingang in het noordtransept heeft een classicistische omlijsting, terwijl de ingang in het zuidtransept is dichtgemetseld. De topgevels van het transept hebben klimmende spitsboognissen en worden bekroond met kruisbloemen. De toren heeft geledingen en een tentdak, bekroond door een octogonale lantaarn met klokvormig koepeltje uit de 17e eeuw. In de toren hangt een carillon met 23 klokken, in 1662 vervaardigd door François Hemony en in 1949 werd het carillon met 7 klokken uitgebreid.

Het interieur is gedekt met vierdelige kruisribgewelven, en sinds de reformatie witgepleisterd. Bij de restauratie tussen 1974-81 werden de middeleeuwse muurschilderingen weer blootgelegd; ze waren in 1879 al ontdekt, maar bij gebrek aan geld opnieuw gewit. De belangrijkste schilderingen vormen de cyclus van de heilsgeschiedenis, bestaande uit voorstellingen van de Zondeval, Pinksteren en het Laatste Oordeel. Deze schilderingen zijn vervaardigd naar houtsneden uit de prentenreeks ‘Die kleine Passion’ van Albrecht Dürer (1511). Op een zijmuur is een voorstelling van Christus als Salvator Mundi geschilderd.

In het noordertransept is een fraaie epitaaf voor Egbert Onsta, een in 1476 gestorven priester. Zijn vermoedelijke kompanen zijn Hippolytus en Onno Ewesma. De barokke preekstoe – met vanitassymbolen – uit 1733 is gemaakt door Casper Struiwig. Het grote, koor afsluitende herengestoelte komt uit 1704. Het orgel uit 1863 is gemaakt door van Oeckelen. Onder het koor is een grafkelder gebouwd voor het geslacht van Ewsum.